“Veel professionele deskundigheid is droogzwemmerij” | interview Jan Bransen voor Zorg en Welzijn

Ervaringsdeskundigen zijn belangrijke rolmodellen voor professionals.
Veel professionele deskundigheid is droogzwemmerij. Zegt Jan Bransen, hoogleraar filosofie van de gedragswetenschappen. ‘Breng als professional de moed op te erkennen dat ervaringsdeskundigen een kunstje kennen dat werkt.’
‘Als jongens een potje voetbal spelen, dan gaat dat prima. Tot je er een coach of een scheidsrechter bij zet, dan gaan de jongens ruzie maken. Omdat ze dan denken dat de verantwoordelijkheid niet meer bij hen ligt. Die jongens denken dat de coach iets gaat doen aan hun gedrag. Zo zie ik ook de functie van de professional in de hulpverlening. Net als de coach, zet de professional ons, gewone burgers, aan tot machteloosheid of beter tot handelingsverlegenheid.’
Zelf uitzoeken
‘Als je een probleem hebt, bijvoorbeeld een depressie of een alcoholverslaving, dan kun je ook zelf uitzoeken wat je eraan kunt doen. Het duurt misschien lang voor je de juiste route hebt gevonden. Wij gaan naar een professional, dat gaat sneller en die heeft er verstand van, denken we. Op die manier maak je jezelf eigenlijk onmachtig om zelf de deskundigheid te zoeken die je nodig hebt.’
‘Het is maar zeer de vraag of de professional het deskundige antwoord heeft op jouw probleem. Jij gaat doen wat de professional denkt dat het beste is. Maar is dat ook het beste voor jou? Hier komt de ervaringsdeskundige om de hoek kijken. Stel dat iemand alcoholverslaafd is en hij moet er af zien te komen door zijn gedrag te veranderen. De professional kan kennis doorgeven aan de verslaafde hoe hij van zijn verslaving af komt. Maar dan moet de cliënt wel snappen wat de professional bedoelt. De ervaringsdeskundige kan iets anders aan de verslaafde meegeven, namelijk: “Ik weet hoe je je gedrag kunt veranderen, want ik ben zelf ook verslaafd geweest.” Waar het bij hulpverlening om gaat is dat degene die jou helpt, jou kan raken. Door zijn eigen ervaring in te zetten die jou aanspreekt.’
Droogzwemmerij
‘Ik vind veel professionele deskundigheid droogzwemmerij. Het is kennis uit boeken. Iedere professional weet uit zijn werk dat je het meest hebt aan een goed contact met je cliënt en aan gezond verstand. En gezond verstand ontwikkel je door ervaring in de omgang met mensen. Ik geloof oprecht dat er methodieken zijn die een professional kan toepassen en die goed zijn. De kunst is om je een goede methodiek eigen te maken. Je kunt piano spelen door elke noot van het muziekblad af te lezen, maar dan kun je nog niet goed piano spelen.’
‘Als ik denk over hoe professionals en ervaringsdeskundigen samen kunnen werken, dan lijkt het mij belangrijk om iemand naast de professional te hebben die ervaring heeft met de kwetsbaarheid van cliënten. De neutrale, objectieve waarheid over gedrag bestaat niet, omdat gedrag altijd verschillende betekenislagen heeft. Gedrag, ook dat van de professional, wordt altijd geïnterpreteerd, door de professional, door de ervaringsdeskundige, en ook door de cliënt. Dat is
belangrijk voor de professional om te weten, omdat hij zijn interventies als het ware in de handen van zijn cliënt achterlaat.
Rolmodel
‘De ervaringsdeskundige is er niet alleen voor de cliënt, maar ook voor de professional. Hij kan een rolmodel zijn, de belichaming van dat het mogelijk is om met je kwetsbaarheid te leren leven. De ervaringsdeskundige kan laten zien hoe je ploetert en zucht als je cliënt bent. Hij kan op die wijze de professional steunen in het toelaten van zijn of haar eigen zwakheden. De manier om in je kracht te komen is het besef dat je zwakke kanten hebt. Dat geldt ook voor de professional. De ervaringsdeskundige kan de professional laten zien dat, als je je zwakte kent en je durft die te tonen, het bepalend is om uit de ellende te komen. Dat kan heel louterend werken.’
‘Stel, je hebt je eigen verslaving als professional, bijvoorbeeld je kijkt veel pornofilms. Dat is een eigenschap die je niet graag toe wilt geven. Maar als je dat wel toegeeft, sterker nog, als je die eigen zwakte durft in te brengen in de hulpverlening, dan wordt de zwakte een kracht. De professional ervaart zelf hoe moeilijk het is een verslaving te erkennen. Tegelijk laat je aan je cliënt, die ploetert en zucht, zien dat er een manier is om in je kracht te komen. Dat kun je meegeven aan de cliënt. Maar in de huidige beroepsuitoefening moedigen we professionals aan om juist hun zwakke kanten niet te laten zien.’
‘De ervaringsdeskundige kan dus een voorbeeld zijn voor professionals voor hoe je je eigen ervaring in kunt brengen in de hulpverlening. Je zou denken: ze moeten samenwerken. Ik denk: de ervaringsdeskundige moet de professional in training nemen, hem of haar laten zien hoe je kunt leren van je eigen ervaring. Dan heeft de professional ook iets aan zijn boekenkennis, dan kun je dat inzetten naast je kennis over intermenselijke relaties en – problemen.’
Machtstrijd
‘Je kunt je afvragen of professionals zin hebben om te leren van ervaringsdeskundigen. De relatie tussen hen kan leiden tot een machtsstrijd; wie kan het beste een rol spelen in de hulpverlening? Ik denk zeker dat professionals onzeker kunnen worden van de rol die ervaringsdeskundigen kunnen spelen. Ik denk ook dat professionals de moed moeten kunnen opbrengen om te erkennen dat ervaringsdeskundigen een kunstje kennen, dat werkt. Maak er dan gebruik van. Als je dat onzeker maakt, dan moet de professional een weg zoeken om daarmee om te gaan.’
‘Onzekerheid over zijn beroep is misschien wel de beste zwakte om een goede deskundige te worden. Als de professional zichzelf niet durft in te brengen in de hulpverlening omdat hij bang is voor zijn baan, dan is dat gevoel van bedreiging juist een kwetsbaarheid die je kunt benutten. Dat maakt je een betere professional. Want ook een alcoholist die moet stoppen met drinken, voelt zich bedreigd in zijn drinkgedrag. Je kunt als professional dat gevoel van bedreiging inzetten in de hulp aan de alcoholist.’
Jan Bransen (1958) studeerde filosofie en sociologie te Utrecht waar hij in 1989 promoveerde op een proefschrift over post-Kantiaans scepticisme. Hij heeft internationaal uitgebreid gepubliceerd op het terrein van persoonlijke identiteit, autonomie, praktische rationaliteit en zelfkennis. Momenteel schrijft hij vooral in het Nederlands voor een breder publiek. Met Laat je niets wijsmaken. Over de macht van experts en de kracht van gezond verstand won hij in 2014 de Socrateswisselbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek. Ook Word zelf filosoof (2010) was genomineerd voor deze prijs. Bransen is oprichter van Philosophical Explorations. An International Journal for the Philosophy of Mind and Action en hoogleraar Filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn huidige onderzoek gaat over de rol die liefde zou kunnen spelen in de huidige participatiemaatschappij bij het corrigeren van de eenzijdige nadruk op het belang van wetenschappelijke kennis. Daarbij concentreert hij zich vooral op drie domeinen: onderwijs, zorg en beleid & bestuur. Bij de HTF is Bransen docent Wijsgerige Antropologie en Toegepaste Ehiek.